ESKRIMA ROTTERDAM

De Eskrima lessen in Rotterdam worden verzorgt door de Bram Hoogendoorn. Bram Hoogendoorn is al meer dan 35 jaar actief bezig met Martial Arts, o.a. met Kempo, Boksen en Tai chi en geeft sinds 1998 les in de Filipijnse martial art Eskrima.

Het Eskrima is al jaren onderdeel in het dagelijks leven van Bram Hoogendoorn. Hij is ook een regelmatige bezoeker van de Filippijnen. Bram traint met diverse grootmeesters (o.a. fam Canete), maar voor Bram is Frans Stroeven de enige grootmeester. Ook is hij meerdere malen Wereld, Europees en Nederlands Kampioen geweest, zowel in het Full contact sparren als in het Vormlopen. Bram is ook de bondscoach van het Nederlands team. Samen met Frans Stroeven gaat Bram met regelmaat naar het buitenland om daar Seminars te geven.

LESSEN

Eskrima is zowel een sport als een zelfverdedigingsmethode. Typisch voor het Filipijnse Eskrima zijn de 60 tot 70 cm lange stokken, waarmee razendsnel en met een enorme precisie wordt geslagen, evenals cyclische slagpatronen(sinawali) met 2 stokken, die gevorderden eveneens heel snel kunnen uitvoeren.

Bij Eskrima leert men eerst de omgang met de stok en/of met andere wapens en daarna verdedigingstechnieken zonder wapens. De stok en andere wapens zijn een verlengstuk van de arm. Een belangrijk onderdeel van het Eskrima is de vakkundige ontwapening van een tegenstander. Deze hoeft niet noodzakelijkerwijs met een stok te geschieden – zwaard, kapmes, mes of blote handen, een Eskrimadoor gebruikt alles wat voor handen is. Hierbij verandert er niets aan de afweerbewegingen. In Eskrima geld vooral het “principe”.

In de eerste fase wordt geleerd hoe een stok (Olisi) het lichaam beschermt en hoe tegenaanvallen kunnen worden opgezet, en het eigen maken van arco’s (lusvormige slagen). De tweede fase omvat het vechten met twee stokken,stok/mes en enkel mes (Daga). Daarna gaan de gevorderden hun kennis verbreden door het Eskrido (naar de grond brengen) en het ongewapend (Pangamot) vechten toe te passen.

Het Eskrima is zeer allround. Men kan letterlijk alles als wapen hanteren. In het Eskrima zijn er drie belangrijke afstanden. De eerste afstand noemen we Largo Mano, op deze afstand kunnen we de hand raken van de tegenstander en waarin het wapen zich bevindt, bijvoorbeeld mes of stok.

De tweede afstand heet Sumbrada; nu kunnen we het lichaam en hoofd raken en de vrije hand controleren. Ook kunnen we nu gebruik maken van trap en stoot technieken.

De derde afstand heet Hoebat, we gebruiken nu de achterkant van de stok punjo en we bedienen ons nu ook van knieën, ellebogen, kopstoten, schouder en heup technieken.

Alle technieken met de stok kunnen we met kleine aanpassingen ook met snij wapens worden uitgevoerd. Één van de belangrijkste aspecten in het Eskrima zijn de vloeiende bewegingen. We trainen daar speciaal op. Van techniek naar techniek, afstand naar afstand ongewapend of gewapend, het maakt geen verschil.